Zouden vervoegen Duits?
Zouden vervoegen Duits?
worden / zullen = werden
verleden tijd van werden met de betekenis ZULLEN: | ||
---|---|---|
ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie | würde würdest würde würden würdet würden | ik zou jij zou hij/zij/het zou wij zouden jullie zouden zij zouden/u zou |
Is het zal of zullen?
zullen/vervoeging
vervoeging van het werkwoord zullen | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | verleden tijd | |
jij, je | zult, zal | zouden |
u | zult, zal | zou, zoudt |
gij, ge | zult | zoudt |
Zullen en zouden?
Niet alleen met Zullen, maar ook met de verleden tijdsvorm Zouden verwijzen we naar een mogelijke situatie in het nu of in de toekomst.
Zullen vervoegen in het Frans?
Indicatif imparfait
- je devais.
- tu devais.
- il/elle devait.
- nous devions.
- vous deviez.
- ils/elles devaient.
Hebben vervoegen in Duits?
Präsens Indikativ
- ich habe.
- du hast.
- er/sie/es hat.
- wir haben.
- ihr habt.
- sie haben.
Zullen Duits rijtje?
Wij worden / zullen: wir werden. Jullie worden / zullen: ihr werdet. Zij worden / zullen: sie werden. U wordt / zal: Sie werden.
Zullen persoonsvorm?
De bijzondere werkwoorden worden anders vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden. Er gelden bij deze werkwoorden geen duidelijke regels. Maar ook in de tegenwoordige tijd worden ze op een andere manier vervoegd dan de sterke en zwakke werkwoorden. …
Kan vervoegen?
kunnen/vervoeging
vervoeging van het werkwoord kunnen | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | toekomende tijd | |
ik | kan | zal kunnen |
jij, je | kunt, kan | zal, zult kunnen |
u | kunt, kan | zal, zult kunnen |
Zou en zouden?
Zoals-het-zou-moeten-situaties We gebruiken zouden en zouden moeten ook als we spreken over hoe het zou moeten zijn volgens onze normen, plannen of verwachtingen. Zouden: Hij zou vandaag op tijd komen (maar hij was wéér te laat). Ze zouden erover ophouden (maar nu hebben ze het er weer over).
Zullen en willen?
‘Zullen’ is een modaal werkwoord. Je combineert ‘zullen’ dus met een infinitief. Het wordt dus: Ik wil je niet beledigen, maar je werkt niet hard genoeg.
Kunnen vervoegen in het Frans?
Présent
- je peux.
- tu peux.
- il/elle peut.
- nous pouvons.
- vous pouvez.
- ils/elles peuvent.
Hebben zijn worden Duits verleden tijd?
HABEN, SEIN EN WERDEN
sein (zijn)tegenwoordige tijd | werden (werden)verleden tijd | |
---|---|---|
du | bist | wurdest |
er /sie/es | ist | wurde |
wir | sind | wurden |
ihr | seid | wurdet |